Leren van elkaar

We hebben bewust een verticale groep, met verschillende leeftijden bij elkaar, zodat we voorkomen dat alle kinderen steeds in dezelfde leeftijdsfase zitten. Tevens zien we dat het prettig is voor kinderen om gedurende hun tijd bij ons verschillende rollen te kunnen uitproberen (jongste, middelste of oudste zijn). De jongeren leren van de ouderen - de groten leren zorg te hebben voor en rekening te houden met de kleintjes. De ouderen laten zien hoe het gaat hier en zien we emotioneel en sociaal groeien: wat zij al kunnen en weten geven ze door en dragen ze over aan de kleintjes.

 Leren kiezen en beslissen

We willen graag dat kinderen zelf leren beslissen en nemen hen serieus. We praten niet ‘over’ maar ‘met’ en ‘tegen’ de kinderen. We vragen veel aan ze, maakt niet uit hoe oud ze zijn. Ieder kind heeft een eigen manier om iets duidelijk te maken. Het is leuk om dat te ontdekken en in te zien hòe elk kind iets vertelt of vraagt en welke taal hij of zij gebruikt/spreekt.

We leren de kinderen dat ze keuzes kunnen en mogen maken. Hiervoor hebben we verschillende manieren. Bijvoorbeeld dat ze kunnen aanwijzen wat ze op brood willen als we ze twee verschillende dingen voorhouden. Of door verschillende stukjes fruit op een bord rond te laten gaan, zodat ze kunnen pakken wat ze lekker vinden. Op deze manier krijgen ze de gelegenheid om verschillende dingen te proeven en hun smaak te ontwikkelen. En dat de keuze die je maakt soms ook een vergissing blijkt.

Leren eten

Eten en drinken beschouwen we als een activiteit, zonder haast en niet tussendoor. We zitten vaak wel een uur aan tafel met de lunch en de kinderen genieten enorm van eten. Ze lusten echt bijna alles en vinden het leuk om van alles te proeven. We hebben daarom veel soorten beleg. Ze kunnen halve of hele boterhammen kiezen. De kleintjes krijgen meestal kwart stukjes.

Het slotritueel van elke maaltijd is: poetsen. Wie klaar is met eten pakt een washand van de commode en poetst gezicht en handen. Ze vinden het erg leuk om daarbij in de spiegel te kijken.

Leren (zelf) doen

We laten kinderen zoveel mogelijk zelf doen, daar beginnen we al vroeg mee. Ze hebben er erg veel plezier in en een leuke bijkomstigheid is dat het een gunstige invloed heeft op hun eigenwaarde en zelfvertrouwen.
Dagelijkse rituelen geven structuur. Voor ons is het van belang dat kinderen met plezier dingen (leren) doen. Een voorbeeld hiervan is opruimen; dit is een dagelijks terugkerend ritueel. Telkens voordat we aan tafel gaan ruimen we op en iedereen helpt mee. Door het speelgoed op vaste tijden op te ruimen blijft het overzichtelijk en de kinderen kunnen zo altijd, na het eten of slapen, opnieuw kiezen waar ze mee willen spelen. Bovendien leren ze op deze manier dat opruimen leuk is om te doen. Meehelpen met dagelijkse huishoudelijke klusjes vinden veel kinderen erg leuk. Spullen op de kar zetten, vuile was in de wasmachine stoppen, droge was mee opvouwen, grasmaaien en het losse gras opruimen, bedden afhalen en opmaken, schoonmaken en poetsen zijn zo wat voorbeelden.

Leren maken

Creativiteit vinden we belangrijk, maar we zijn geen knutselclub. We maken niet standaard elke week een plak-, teken- of schilderwerk. Het belangrijkste vinden we dat de kinderen plezier hebben in wat ze doen en genoeg tijd krijgen om hun knutselwerk af te maken. De ene keer zal dat 1 tekening, kleiwerkstuk, plakwerk of schilderij zijn; de andere keer kunnen dat er wel 6 zijn. Net waar ze zin in hebben. Van ons mag iedereen zo kort of lang knutselen als ie wil en voor wie er zin in heeft.